maandag 20 maart 2017

SOS: ZORGCRISIS OP KOMST!

Collega’s op de werkvloer voelen aan den lijve dat het ernstig bergaf gaat met de arbeidsomstandigheden in de sector … en daarmee komt ook de kwaliteit van de geleverde zorg in het gedrang. Dit wordt ook geobjectiveerd door een onderzoek (zie later) De zeer toxische combinatie van zware besparingen en hervormingen die nogal kaduk verlopen, zullen ons in de nabije toekomst in een ware zorgcrisis doen belanden als het roer niet radicaal wordt omgegooid.

Het volstaat om naar onze buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland te kijken, om in te schatten wat er ons te wachten staat. De WITTE WOEDE in die landen is dan ook een permanent gegeven. Wij hebben nog de kans om het ergste te vermijden maar dan moet er wel tot ernstige actie overgegaan worden en mogen de vakbondsonderhandelaars zich niet met een kluitje in het riet laten sturen! Enkel het behoud (?) van de ADV-dagen zal niet volstaan om de zorgcrisis af te wenden! Evenmin zijn we gebaat bij een feitelijke nederlaag die als een overwinning wordt afgeschilderd (een recente trend in de politiek) Er rest ons slechts één weg: doorgaan met actievoeren (desnoods door af te wijken van platgetreden paden) totdat er iets ernstigs uit de bus komt: boter bij de vis dus om een écht sociaal akkoord af te sluiten!

Enkele opmerkelijke cijfers over ‘werkbaarheid’


In het recent rapport (maart 2017) van de sectorale analyse van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 (SERV) ‘Werkbaar werk in de gezondheids-en welzijnszorg’ vinden we enkele interessante cijfers terug.

De werkbaarheidsgraad in de sector nam in het voorbije decennium systematisch toe (daar zitten de betekenisvolle sociale akkoorden van het verleden hoogstwaarschijnlijk voor iets tussen) van 56,1% in 2004 naar 60% in 2010. Het jaar 2010 is dan ook het kantelmoment waar de werkbaarheidsgraad terug naar beneden duikelt: in 2016 bedraagt deze nog 54,4 %: slechter dus dan in 2004. In 2016 wordt 38,1 % van de werknemers geconfronteerd met een hoge werkdruk: in 2013 bedroeg die nog ‘maar’ 29,8 %. Wat de indicator voor emotioneel belastend werk betreft, ligt die zeer hoog in de sector: 41,3 %. 

Laat ons nu enkele cijfers van een aantal subsectoren bekijken (2013-2016)


De ziekenhuizen: de hoge werdruk-situatie stijgt van 36,6 % in 2013 naar 45,9 % in 2016. 

De rusthuizen: de werkstressklachten stijgen van 35,3 % naar 42,4 %, problematische werk-privébalans stijgt van 9,9 % naar 14,5 %, de hoge werkdruk stijgt van 39,9 % naar 50,6 %, emotioneel belastend werk stijgt van 35,4 % naar 46,5 % Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de werkbaarheidsgraad in de rusthuizen problematisch laag ligt op 48,5 % 

De gehandicaptenzorg en jeugdbijstand: werkstressklachten van 22,2% naar 33,9%, problematische werk-privé balans van 5,9% naar 10,9%, emotioneel belastend werk van 49,6 %naar 57,9 %. De werkbaarheidsgraad in deze subsector neemt dan ook een ernstige duik van 68,9 % naar 58,5 %. 

De gezins- en bejaardenhulp: 14,1 % wordt geconfronteerd met een gebrek aan autonomie bij de taakuitvoering (7,4 % in 2013) 

Een gebrek aan motivatie kan de werknemers in de sector nochtans niet aangewreven worden: 73,7 % nam het voorbije jaar deel aan een bijscholing terwijl het Vlaams gemiddelde slechts 57,8 % bedraagt. 

MAAR 53,4% van alle werknemers in de brede sector schat het doorwerken in de huidige job tot het pensioen als een haalbare kaart. 

MEER … MEER …  MEER PERSONEEL !!!


Eind vorig jaar was er bij de Vlaamse arbeidsbemiddelaar VDAB slechts één werkzoekende beschikbaar per twee vacatures voor verpleegkundige. Jaarlijks komt er een tekort van 3.600 verpleegkundigen in ons land bij (18.000 in 5 jaar als de instroom niet substantieel verhoogt) In de zeer diverse sociale sector komen er de volgende tien jaar maar liefst 120.000 jobs open in Vlaanderen alleen al, enerzijds door de pensioneringsgolf van de babyboomers en anderzijds door de groeiende behoeften (vergrijzing van de bevolking)

Minister Vandeurzen beweerde in het nieuws van 17 maart al een fikse injectie gedaan te hebben in de ouderenzorg die nu reeds 3 jaar onder bevoegdheid van de regio’s valt: "We hebben het aantal plaatsen in de woonzorgcentra fors opgedreven. Tot 2018 gaan we 9.800 bijkomende plaatsen financieren en voor 2016-2017 hebben we 46 miljoen euro uitgetrokken voor extra personeel. Dat zijn ongeveer 1.000 extra werknemers" 

Spijtig genoeg is dit eerder een druppel op een hete plaat. In 2016 schatte een studie van de VUB het tekort aan rusthuisbedden in Vlaanderen op 22.000.  In 2008 hadden we een vijfde rusthuisbedden minder dan nodig was. In 2016 bedroeg het tekort al een kwart.

Op de website van LBC, wittewoede.be, stelt men: “Om het aanbod aan plaatsen met 22.000 eenheden te kunnen uitbreiden moeten minstens 11.200 voltijds equivalenten worden opgeleid, aangeworven en gefinancierd. Het gaat dan vooral om verpleegkundigen en zorgkundigen. De kans is groot dat de werkelijke cijfers nog hoger zijn omdat de personeelsbezetting in een rusthuis deels afhangt van de 'zorgzwaarte' van de ouderen die er verblijven.”

Anderzijds is er ook de druk van de “kostenefficiëntie“ die de ontmenselijking van de zorg in de hand werkt: zorgbehoevenden worden meer en meer producten en zorgverleners worden robots. Een praatje slaan met een patiënt, bewoner of cliënt wordt gezien als tijdsverlies. “De zorgwekkende evolutie naar 'bandwerk' in de zorg is het rechtstreekse gevolg van een overdreven drang om zorg te standaardiseren en in protocollen, procedures en contracten te gieten. 'Efficiënt omgaan met de schaarse middelen', heet zoiets in de marktwerking. Het leidt tot zorg als race tegen de klok, die weinig meer wordt dan het afvinken van 'prestaties'. De tijd en ruimte die nodig zijn voor zorgzaamheid gaan verloren.” (Bieke Verlinden naar aanleiding van de start van de campagne "Ook mijn zorg")

Wij willen BOTER BIJ DE VIS!


In plaats van zware besparingen, structurele onderfinanciering en halfdoordachte hervormingen is er nood aan een massaal investeringsplan voor zorg en welzijn om een toekomstige zorgcrisis af te wenden. Deze regeringen lijken enkel de boekhouding te willen doen kloppen in het voordeel van het Grote Geld en liggen blijkbaar helemaal niet wakker van humanitaire overwegingen. We zouden het zelfs crimineel kunnen noemen.

Tijdens de voorbije ontmoetingen (die voorafgingen aan de betoging van 21 maart) met ministers De Block en Peeters op federaal niveau en de ministers van de Vlaamse regering kregen de vakbondsonderhandelaars geen enkel engagement of zelfs budgettaire berekening los … Jan-Piet Bauwens (federaal secretaris BBTK Social-Profit) : “We onderhandelen in de Social-Profit met drie overlegpartners: werkgevers, werknemers en overheid. Die laatste speler zit er voorlopig voor spek en bonen bij.”

Wordt vervolgd ...

Klik hier voor de PDF van het volledige pamflet van Polsslag zoals het op de betoging van 21 maart uitgedeeld wordt.